Geneesmiddelenonderzoek in een laboratorium

Geneesmiddelenonderzoek: betrouwbaar of niet?

Geneesmiddelenonderzoek in een laboratorium

GENEESMIDDELENONDERZOEK EN DE REGISTRATIEAUTORITEIT (CBG)

Kunnen we ze wel vertrouwen?

Voor medicijnen op de markt worden toegelaten moet er geneesmiddelenonderzoek gedaan worden. Werkzaamheid en bovenal veiligheid zijn essentieel. In het verleden hebben op dit vlak rampzalige gebeurtenissen plaatsgevonden. Hoewel ook andere medicijnen afschuwelijke en soms fatale bijwerkingen vertoonden, hebben de geboorteafwijkingen als gevolg van van thalidomide (Softenon) eind vijftiger jaren de meeste impact gehad. Deze waren de directe aanleiding voor de oprichting van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) in 1963. Deze registratieautoriteit zou gevaarlijke middelen van de markt moeten weren.

Is het geneesmiddelenonderzoek sindsdien betrouwbaar geworden? En functioneert het CBG?

Door C.F. van der Horst
9 november 2015, geactualiseerd 18 oktober 2022

Gemanipuleerd geneesmiddelenonderzoek

Helaas is het antwoord op beide vragen ‘neen’. Ten eerste blijkt geneesmiddelenonderzoek makkelijk te manipuleren. Een voorbeeld hiervan is rofecoxib (Vioxx®) dat in 2000 op de Nederlandse markt geïntroduceerd werd. Al in maart 2001 waarschuwde het Geneesmiddelenbulletin (Ge-Bu) voor hartcomplicaties nadat er 83 meldingen bij het bijwerkingencentrum Lareb voor deze ontstekingsremmer waren binnengekomen. In het najaar van 2004 werd het medicijn door fabrikant Merck van de markt gehaald.

Ernstige bijwerkingen ondanks goedkeuring: overlijden, beroerte of hartinfarct

De Volkskrant maakte een paar jaar later de balans op: “In Nederland zijn naar schatting tweehonderd mensen overleden aan de bijwerking van Vioxx, een groter aantal is getroffen door een beroerte of een hartinfarct. Wereldwijd liggen die aantallen nog veel hoger. Alleen al in de VS kregen 88 tot 140 duizend mensen een hartinfarct of beroerte na het gebruik van Vioxx. Het geneesmiddel werd twee jaar geleden wereldwijd uit de handel genomen nadat wetenschappelijk onderzoek had uitgewezen dat de ontstekingsremmer hartinfarcten en beroertes kon veroorzaken. Later bleek dat Merck al eerder wist van de mogelijke cardiovasculaire bijwerkingen maar deze informatie bewust had achtergehouden.”

Merck hield gegevens van het geneesmiddelenonderzoek achter@2x

Merck verzweeg ernstige bijwerkingen die in het geneesmiddelenonderzoek duidelijk werden.

Helaas is Merck geen uitzondering. Er zijn meer fabrikanten die het geneesmiddelenonderzoek manipuleerden om een handelsvergunning te krijgen. GlaxoSmithKline deed het met paroxetine (Seroxat, Paxil) en Servier Laboratories met benfluorex (Mediator). Het zijn beruchte voorbeelden.

De wereld was in rep en roer na de Softenon-affaire. Hoe kan het dat daarna toch nog onveilige middelen op de markt verschijnen? Waarom wordt het geneesmiddelenonderzoek niet streng gereguleerd?

Wie keurt een medicijn goed voor de markt?

In Nederland beslist het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) over de toelating van geneesmiddelen. Voor de verkrijging van een handelsvergunning moet een medicijnenproducent zoals  Merck eerst een registratiedossier indienen. Dit dossier bevat alle onderzoeken en uitkomsten over het nieuwe medicijn. Na bestudering van de ingebrachte gegevens geeft het CBG al of niet een fiat. De toegekende handelsvergunning voor Vioxx bewijst dat de toelatingsprocedure van het CBG niet effectief genoeg is. Immers, het College vond niets verkeerds. Merck kon ongemerkt gegevens uit de studie weglaten. Een soortgelijke situatie bestond voor paroxetine en benfluorex.

Deze affaires geven te denken over de betrouwbaarheid van het klinische onderzoek, het resulterende onderzoeksverslag en de goedkeuringsprocedure van het CBG. Merck, GSK en Servier Laboratories liepen tegen de lamp, maar het moge duidelijk zijn dat onderzoeksfraude veel vaker kan voorkomen.

Medicijnen hebben geen optimaal effect en leveren gezondheidsproblemen op

Naast fraude spelen er nog andere zaken die vraagtekens zetten bij het geneesmiddelenonderzoek. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS, voorheen de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg) is een onafhankelijk adviesorgaan voor regering en parlement. In het rapport Farmaceutische industrie en Geneesmiddelengebruik. Evenwicht tussen publiek en bedrijfsbelang merkte de Raad een aantal opmerkelijke zaken op die verband houden met geneesmiddelenonderzoek en de daarmee samenhangende verstrekking van een handelsvergunning.

De Raad schreef: “Tweederde van de patiënten die geneesmiddelen gebruiken, stopt voortijdig met de behandeling. De belangrijkste reden is dat de middelen geen optimaal effect hebben en dat ze gezondheidsproblemen opleveren [nadruk toegevoegd].”

Is dit gegeven al schokkend, een ander detail van de RVS-rapportage illustreerde dat het geneesmiddelenonderzoek niet altijd betrouwbaar is.

Effecten van medicatie zijn onvoldoende bekend

Geneesmiddelenonderzoek kent verschillende fasen. Fase 3 is het gebruik van een medicijn in de medische praktijk zoals gedurende een behandeling in het ziekenhuis. Fase 4 is een evaluatie van het medicijn nadat het al op de markt verschenen is en door velen wordt gebruikt. De RVS observeerde: “Effecten die uit fase 3 onderzoek zijn verkregen hoeven niet gelijk te zijn aan de effecten in de praktijk (fase 4). Uiteindelijk telt het resultaat van een geneesmiddel in de praktijk, maar dit is onvoldoende bekend. Een op de markt gebracht geneesmiddel wordt in de praktijk echter door een grote groep patiënten gebruikt die een andere samenstelling qua bijvoorbeeld leeftijd kan hebben dan de geselecteerde groep proefpersonen die aan het klinisch onderzoek meededen [nadruk toegevoegd].”

U leest het goed. De RVS meldde hier dat de groep proefpersonen van het geneesmiddelenonderzoek geen afspiegeling van de echte doelgroep hoeft te vormen. Het selecteren van proefpersonen voor een geneesmiddelenonderzoek om een gunstige uitkomst en daardoor een handelsvergunning te verkrijgen, is geen ongewone praktijk.  Dodelijke leugens. Artsen en patiënten misleid beschrijft de manieren waarop geneesmiddelenonderzoek gemanipuleerd kan worden. Een ervan is deze: “Een goede mogelijkheid om klinisch onderzoek positief te beïnvloeden is door jongeren erbij te betrekken, omdat zij minder snel last hebben van bijwerkingen. Hierdoor lijkt een medicijn veiliger dan het is.”

Als de Raad vaststelt dat het resultaat van een medicijn in de praktijk onvoldoende bekend is en dat effecten uit fase 3 onderzoek helemaal geen maat hoeven te zijn voor de praktijk, welke waarde heeft dan dergelijk geneesmiddelenonderzoek?

“Dodelijke leugens. Artsen en patiënten misleid” beschrijft belangenverstrengeling van bewindvoerders en wetenschappers, massamarketing van de farmaceutische industrie en leugens waarmee artsen alsook ú bedrogen worden.

“Dodelijke leugens. Artsen en patiënten misleid” beschrijft de belangenverstrengeling van bewindvoerders en wetenschappers, de marketing van de farmaceutische industrie en leugens waarmee artsen alsook ú bedrogen worden.

Medicijnen werken bij slechts 30-50 procent van de mensen

Volgens de RVS hebben medicijnen “geen optimaal effect”. Enkele jaren geleden berichtte de Engelse krant The Independent iets soortgelijks: “Allen Roses, wereldwijd vicepresident van genetica bij GlaxoSmithKline (GSK), zei dat minder dan de helft van de patiënten die enkele van de duurste medicijnen voorgeschreven kregen, er daadwerkelijk enige baat bij had. Het is een publiek geheim binnen de geneesmiddelenindustrie dat de meeste van haar producten bij de meeste patiënten niet effectief zijn, maar dit is de eerste keer dat zo’n hoge medicijnenbaas dit naar buiten bracht.” Met de duurste medicijnen refereerde de GSK topman aan patenten waardoor er, bij gebrek aan concurrentie, veel meer geld voor een middel gevraagd kan worden. De krant citeerde Roses: “De overgrote meerderheid van medicijnen — meer dan 90 procent — werkt alleen bij 30 tot 50 procent van de mensen.” Dat gegeven geldt nog tot op de dag van vandaag — als het niet erger is. Zo werken cholesterolverlagers (statinen) slechts bij een op honderd mensen. Eenzelfde droevig getal wordt genoemd bij de coronavaccinaties.

Er lijkt duidelijk iets mis te zijn met het geneesmiddelenonderzoek, maar ook met de regulerende instanties die medicijnen op de markt toelaten.

Geneesmiddelenonderzoek en de dubieuze rol van het CBG

Medicijnen hebben dus geen optimaal effect en leveren gezondheidsproblemen op. Deze twee zaken zijn precies het domein van het CBG dat de balans werkzaamheid/ schadelijkheid (bijwerkingen) beoordelen moet. Er gaat kennelijk iets fout bij die beoordeling. Het CBG meent te kunnen volstaan met het evalueren van het registratiedossier dat een fabrikant indient om een handelsvergunning voor een nieuw geneesmiddel te verkrijgen. Het CBG — en ook zijn Europese equivalent, de European Medicines Agency (EMA) — doet geen onafhankelijk onderzoek. Gezien het ontbreken van een optimaal effect en de gezondheidsproblemen van medicatie in het algemeen en de Vioxx-affaire in het bijzonder blijkt deze werkwijze niet te functioneren.

Geneesmiddelenonderzoek zal misschien nooit perfect zijn, maar uitgevoerd door een belanghebbende partij zoals de farmaceutische industrie verwordt het al gauw tot een marketinginstrument. Alleen een onafhankelijk uitgevoerd onderzoek kan enige waarde hebben. De geschiedenis heeft uitgewezen dat de farmaceutische industrie niet te vertrouwen is wat betreft haar onderzoek, publicaties en marketing. Dit is uitvoerig uitgemeten in tv-programma’s zoals Nova en Radar in Nederland, Arte TV in Frankrijk en Frontal 21 (ZDF) en Report (ARD) in Duitsland en in detail te lezen in Dodelijke leugens. Artsen en patiënten misleid. Het kan dus niet zo zijn dat het CBG niet bekend is met het gebrek aan ethiek bij de geneesmiddelenfabrikanten. Dat het College desondanks niet zelf onderzoek doet, maar alleen kijkt of het door de fabrikant gedane onderzoek goed uitgevoerd is, is op zijn best naïef te noemen. Het CBG presenteert zich als onafhankelijk, maar dat zijn loze woorden. De medicijnautoriteit wordt voor maar liefst 93% door de farmaceutische industrie gefinancierd.

CBG: waakhond of schoothond?

CBG: waakhond of schoothond?

Het wordt tijd voor een onafhankelijke medicijnwaakhond — een mooie taak voor de minister van VWS. Hopelijk zal dat de betrouwbaarheid van medicijnonderzoek en -regulering ten goede komen.

Meer weten?

Welke marketingstrategieën heeft de farmaceutische industrie? Hoe werkt haar lobby? Wat is de rol van de dokter in dit spel? Wat moet u weten zodat u zelf verantwoorde medicijnkeuzes maken kan?

Krijg de feiten. Koop en lees het boek ‘Dodelijke leugens. Artsen en patiënten misleid’ vandaag nog.

Klik nu op de knop hieronder en ga naar de webshop.

Wilt u allereerst een kennismaking? Vraag nu hier gratis het eerste hoofdstuk aan!   Copyright © 2015, 2022 C.F. van der Horst, Per Veritatem Vis. Alle Rechten voorbehouden.

U kunt helpen!

Vindt u dit bericht interessant? Wilt u meer van dit soort informatie? Steun ons door uw donatie!

ValutaBedrag