Ggo-gewassen niet zonder gevaar (GMO)

VIJF LEUGENS OVER GMO'S (GGO'S)

De verborgen risico's van gentechnologie

Genetisch gemodificeerde organismen of afgekort ggo’s (GMOs in het Engels) zijn de toekomst, zegt men. Door in de genetische code (DNA) van het gewas een stukje informatie te veranderen denkt men een hogere resistentie tegen vraat en ziektes en in sommige gevallen een betere voedingskwaliteit tot stand te brengen. Met het oog op de explosief groeiende wereldbevolking zijn dit belangrijke zaken, zo luidt de boodschap die biotechgiganten zoals Bayer (dat in 2018 Monsanto heeft overgenomen), BASF, Corteva Agriscience (voorheen Dow AgroSciences), Syngenta (overgenomen door ChemChina) en Dupont Pioneer de wereld in sturen en via pr- en mediabureau’s in kranten en (gerenommeerde) tijdschriften krijgen.

Door C.F. van der Horst
25 augustus 2015, geactualiseerd 13 oktober 2022

Kent u de vijf grootste leugens over ggo’s?

Als men de boodschap van de industrie mag geloven zijn ggo’s veilig en onmisbaar. Wat hiervan waar is leest u in de onderstaande vijf leugens over deze gemanipuleerde gewassen.

Leidende ggo-bedrijven wereldwijd 2022@2x

De grootste bedrijven die genetische gemodificeerde organismen (ggo’s) produceren.

Leugen 1: We hebben ggo’s nodig om de voortdurend groeiende wereldbevolking te voeden

Ggo’s zouden een grotere opbrengst hebben en daardoor nodig zijn om de voortdurend groeiende wereldbevolking te voeden. Klopt dit gegeven wel? Er bestaat een grote tegenstelling. Aan de ene kant zijn er derdewereldlanden waar honger heerst, terwijl er aan andere kant, in welvaartslanden, nog veel meer mensen zwaarlijvig zijn. De laatsten krijgen dagelijks tot wel zes keer te veel voedsel binnen – veel en veel meer dan nodig is. Volgens Emelie Peine, hoogleraar internationale politiek en economie aan de Universiteit van Puget Sound in de VS, bestaat er geen voedseltekort maar is er sprake van een distributie- en inkomensprobleem. “Mensen krijgen het voedsel niet en zelfs als ze het kregen, hebben ze niet genoeg geld om het te kopen,” verklaarde ze tegenover CNBC, het internationale zakelijke en financiële nieuwsnetwerk. De noodzaak voor een grotere opbrengst is dus niet werkelijk aanwezig.

Bovendien is de opbrengst van genetisch gemodificeerde (gg) gewassen niet noodzakelijkerwijs groter: een studie aan de universiteit van Wisconsin vond dat bij sommige gg-gewassen de oogst groter was, maar bij weer andere was die van conventionele teelt groter. Vergroting van de oogst kan ook zonder de manipulatie van DNA: onderzoek aan de Universiteit van Michigan vond dat biologische landbouw tot drie keer zo veel voedsel als conventionele landbouw kan opleveren.

Volgens dr. Charles Benbrook vergroten ggo’s het pesticidengebruik

Volgens dr. Charles Benbrook vergroten ggo’s het pesticidengebruik

Dr. Charles Benbrook, onderzoeker en hoogleraar aan de Washington State Universiteit, waarschuwde dat ggo’s, met name die ‘glyfosaat bestendig’ zijn, het gebruik van pesticiden vele malen vergroten, waardoor de akkers letterlijk vergiftigd worden. Op de lange termijn kan dit verstrekkende gevolgen hebben voor zowel de opbrengst als de bruikbaarheid.

Leugen 2: GGO’s zijn bewezen veilig

Het is droevig dat er geen enkel solide bewijs voor de veiligheid van ggo’s bestaat. De risicobeoordeling van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) is gebaseerd op een pseudowetenschappelijke standaard: die van wezenlijke gelijkwaardigheid. Deze twijfelachtige maatstaf gaat ervan uit dat als een aantal hoofdbestanddelen (zoals proteïnen, koolhydraten, vitaminen en mineralen, aminozuren, vetzuren, vezels, isoflavonen en lecithinen) gelijkwaardig zijn aan die van de oorspronkelijke plant, de gemodificeerde variant veilig is.

Erik Millstone, hoogleraar wetenschapsbeleid aan de Universiteit van Sussex, had geen goed woord over voor dit richtsnoer: “Wezenlijke gelijkwaardigheid is een pseudowetenschappelijk begrip omdat het een commercieel en politiek oordeel onder het mom van wetenschap is. Het is bovendien inherent antiwetenschappelijk, omdat het vooral gecreëerd werd als excuus voor het niet verplichten tot biochemische of toxicologische proeven. Het dient derhalve om potentieel informatief wetenschappelijk onderzoek te ontmoedigen en te remmen.” Voor de industrie is het gunstig dat er geen grondig onderzoek gedaan behoeft te worden. Volgens Millstone scheelt het per gewas minstens vijf jaar en $ 25 miljoen die men in onderzoek en ontwikkeling (r&d) zou moeten stoppen, indien men hiertoe verplicht zou worden.

Een groot manco bij de huidige risicobeoordeling is dat men geen langetermijnonderzoek doet. Mogelijk is de reden ervoor dat de tot dusver enige langetermijnstudie over ggo’s (die van de Franse hoogleraar Gilles-Eric Séralini), liet zien dat ratten die met gg-maïs gevoed werden, enorme tumoren kregen.

Het onderzoek van Gilles-Eric Seralini liet zien dat ratten kanker krijgen door ggo's

Het onderzoek van Gilles-Eric Seralini liet zien dat ratten kanker kregen door het eten van ggo’s. Zoals u op deze foto kunt zien, ontstonden enorme gezwellen na het eten van genetisch gemodificeerde maïs.

Diverse wetenschappers zoals inmiddels wijlen dr. Árpad Pusztai uit Engeland, de Australische dr. Judy A. Carman, dr. Bélin Mezzomo uit Brazilië en Angelika Hilbeck en Jörg Schmidt uit Zwitserland stelden onafhankelijk van elkaar vast dat er gezondheidsrisico’s kleven aan GGO’s en dat meer en vooral langetermijnonderzoek dringend nodig was.

In 2014 stelde dr. Carman en haar collega’s vast dat er maar weinig solide basis voor goedkeuring bestaat: “Onze zoektocht vond 21 studies voor de negen (19%) uit de 47 gewassen die goedgekeurd zijn voor menselijke en/of dierlijke consumptie. We vonden geen studies over de andere 38 (81%) goedgekeurde gewassen. Veertien van de 21 studies (67%) waren algemene gezondheidsevaluaties over de gg-gewassen voor de gezondheid van ratten. De meeste van deze studies (76%) werden uitgevoerd nadat het gewas was goedgekeurd voor menselijke en/of dierlijke consumptie [Nadruk toegevoegd]. De helft ervan werd ten minste negen jaar na goedkeuring gepubliceerd. Ons onderzoek ontdekte ook een inconsistentie in de methodologie en een gebrek aan gedefinieerde criteria voor de resultaten die toxicologisch of pathologisch significant zou worden beschouwd. Daarnaast was er een gebrek aan transparantie in de methoden en resultaten, die vergelijkingen tussen de studies bemoeilijkt. Het hier bestudeerde bewijs toont een onvolledig beeld met betrekking tot de toxiciteit (en veiligheid) van genetisch gemodificeerde producten die  door mensen en dieren geconsumeerd worden.”

De website van de World Health Organization (WHO) beweert dat de huidige ggo’s op de markt veiligheidstoetsing door nationale overheden hebben ondergaan Echter, zoals u in het bovenstaande verhaal kunt lezen, is niets minder waar.

Een in november 2016 gepubliceerde Britse studie vergeleek de originele maïsplant (de “isogene controle”) met de genetisch gemodificeerde dochter (NK603). De resultaten schoten de norm van wezenlijke gelijkwaardigheid definitief uit het water, want uit metingen bleek dan de dochter op diverse terreinen wezenlijk anders was. De onderzoekers concludeerden: “Onze resultaten van de moleculaire profiling tonen aan dat NK603 en de isogene controle niet wezenlijk gelijkwaardig zijn.”

Dit betekent dat de basis waarop genetisch gemodificeerde planten (ook in Europa!) goedgekeurd zijn, niet deugt en geheel niets zegt over veiligheid en risico’s.

Uit een in 2022 gepubliceerde analyse van de Universiteit in Graz (Oostenrijk) bleek dat het einde van de discussie over de gevaren van ggo’s nog niet in zicht is en dat het wetenschappelijk debat tussen voor- en tegenstanders uiterst moeizaam of helemaal niet verloopt. “Het gebrek aan formele erkenning van de beperkingen van de ontluikende wetenschappelijke gebieden, alsook van de verschillende onderzoeksbenaderingen tussen regelgevend en academisch onderzoek dragen bij tot de voortzetting van de controverses in het publieke domein, aangezien het publiek de gepresenteerde informatie niet gemakkelijk kan beoordelen,” aldus de Oostenrijkse onderzoekers.

Leugen 3: De overheid laat toch niet zo maar onveilige voeding op de markt — die onderzoekt dat toch?

Op 12 augustus 2015 opperde Bart de Liefde (VVD) in een overleg van de Tweede Kamer: “Ggo’s die veilig zijn bevonden door de European Food Safety Authority (EFSA) kunnen veilig door mens en dier worden gegeten en vormen geen gevaar voor de Nederlandse of de Europese natuur. Zo hebben wij dat met elkaar afgesproken.” De Liefde bleek slecht geïnformeerd en erg goed van vertrouwen in het oordeel van de EFSA. Want wie heeft de regels voor de EFSA opgesteld?

Zoals u in het boek Dodelijke leugens. Artsen en patiënten misleid kunt lezen, legde de belangenverstrengelde dr. Harry Kuiper de basis voor EFSA’s richtlijnen, toen hij samen met dr. Gijs Kleter en dr. Esther Kok een rapport schreef voor de industriële lobbygroep ILSI met richtlijnen voor een laagdrempelige goedkeuring van ggo’s.

Dr.ir. H.A. (Harry) Kuiper, belangenverstrengelde voorzitter van EFSA's ggo-panel

Dr.ir. H.A. (Harry) Kuiper, belangenverstrengelde voorzitter van EFSA’s ggo-panel.

Na zijn job voor ILSI werd Kuiper voorzitter van het nieuwe ggo-panel van de EFSA. Omdat naast Kuiper ook Kleter en andere pro-ggo-wetenschappers deel uitmaakten van dat panel, was het niet verwonderlijk dat de aanbevelingen van het ILSI-rapport bijna woordelijk in het eindrapport van EFSA’s ggo-panel kwamen en door de EFSA werden overgenomen. De snelle en goedkope standaard van wezenlijke gelijkwaardigheid om een nieuw gg-gewas goedgekeurd te krijgen werd onder Kuiper’s leiderschap de Europese standaard.

Met het nieuwe Nederlandse Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 droeg Kuiper’s lobbywerk ook in ons land vrucht.

Leugen 4: De voedingswaarde van GGO’s is beter

Een vermeend voordeel is de betere voedingswaarde van ggo’s.  Gouden rijst is hiervan een voorbeeld. Volgens de propaganda zou deze gg-rijst extra vitamine A verschaffen aan kinderen die de vitamine hard nodig hebben en zou blindheid bij hen kunnen voorkomen. Bij nader onderzoek bleek dit heilzame effect alleen te bereiken als de kinderen per dag een paar kilogram ervan zouden eten, hetgeen natuurlijk in de praktijk onmogelijk is. Greenpeace zegt over dit gg-product: “‘Gouden’ rijst is al bijna 20 jaar in ontwikkeling en heeft nog steeds geen impact gemaakt over de prevalentie van vitamine A-tekort.” Ook hier geldt dat er een uitstekend alternatief is met gewassen van biologische teelt die meer voedingswaarde hebben dan hun conventionele tegenhangers. Die onbespoten gewassen hebben het niet onbelangrijke bijkomende voordeel dat niet alleen  uw voeding verschoond blijft van pesticiden, maar dat ook onze akkers niet vervuild worden.

Dodelijke leugens. Artsen en patiënten belicht het verhaal van genetisch gemodificeerde organismen in detail zodat u niet alleen de achtergronden van deze leugens over ggo’s snapt, maar ook de betere alternatieven kent.

“Dodelijke leugens. Artsen en patiënten misleid” geeft u het hele verhaal over genetisch gemodificeerde organismen, hun risico's en de misleidende marketing vanuit de agrarische industrie.

“Dodelijke leugens. Artsen en patiënten misleid” geeft u het hele verhaal over genetisch gemodificeerde organismen, hun risico’s en de misleidende marketing vanuit de agrarische grootindustrie.

Leugen 5: Studies die laten zien dat er gezondheidsrisico’s zijn, werden slecht uitgevoerd

Het is interessant om te zien dat alleen de studies die op het gevaar van ggo’s duiden, slecht uitgevoerd zouden zijn. De vermeende tekortkomingen van de onderzoeken en in sommige gevallen de integriteit van de betrokken wetenschapper(s) werden breed uitgemeten in de pers. Daarentegen zijn onderzoeken met een positieve uitkomst voor de biotechindustrie niet hetzelfde lot beschoren. Dit verschil in behandeling is te opvallend om toevallig te zijn. Als positieve studies aan dezelfde toets onderworpen zouden worden als die waaraan negatieve studies worden blootgesteld, kan men de betrokken onderzoekers waarschijnlijk dezelfde verwijten maken. Misschien zelfs nog meer, want de wetenschappers die de risico’s van ggo’s aan de kaak hebben gesteld, zoals Pusztai en Séralini, waren niet de eerste de beste. Ze waren alom gerespecteerd en gelouterd—voor ze de risico’s van ggo’s aan het licht brachten. En opeens zouden ze slechte wetenschap bedrijven?

Professor Gilles-Eric Séralini bracht de gevaren van gentech en ggo's aan het licht.

Professor Gilles-Eric Séralini bracht de gevaren van ggo’s aan het licht.

Er wordt met twee maten gemeten. Een voorbeeld is de reactie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op de schokkende resultaten van Séralini. Als antwoord op de ontstane verontrusting verwees deze organisatie naar het promotieonderzoek van Chelsea Snell van de University of Reading. Deze Britse onderzoekster stond niet onbevoordeeld tegenover ggo’s. Zo deed ze mee aan het Biotechnology Young Entrepreneurs Scheme (YES), een innovatiecompetitie ontwikkeld om meer bekendheid te geven aan de commercialisering van biowetenschappelijke ideeën. Snell concludeerde in haar review van diverse biotechnologische onderzoeken dat er geen enkel risico met ggo’s verbonden was. Die conclusie bleek echter te kort door de bocht. Uit een analyse van de studies die in Snell’s review opgenomen waren, bleek dat geen ervan voldeed aan de dezelfde wetenschappelijke normen die door de NWVA en de EFSA werden toegepast om de Fransman te bekritiseren. Maar zelfs al zou de studie van Séralini niet perfect zijn (welke is dat wel?), de foto’s van met gg-maïs gevoerde ratten hierboven spreken dikke, dikke boekdelen.

Voorzorgsbeginsel geldt ook voor ggo’s: voorkomen is beter dan genezen

Het gezegde “voorkomen is beter dan genezen” geldt zeker voor de risico’s die met ggo’s samenhangen. De World Commission on the Ethics of Scientific Knowledge and Technology (COMEST) wijdde er zelfs een rapport aan waarin het schreef dat het “voorkomen is beter dan genezen”-model gekenmerkt wordt door “het idee dat de wetenschap risico’s op betrouwbare wijze kan beoordelen en kwantificeren en dat het voorzorgsbeginsel kan worden gebruikt om verdere schade te voorkomen of te beperken. De opkomst van steeds onvoorspelbare, onzekere en niet-kwantificeerbare maar mogelijk catastrofale risico’s zoals die in verband met genetisch gemodificeerde organismen, klimaatverandering, enz. heeft de samenlevingen geconfronteerd met de noodzaak een derde, anticiperend model te ontwikkelen om mens en milieu te beschermen tegen onzekere risico’s van menselijk handelen: het voorzorgsbeginsel. De opkomst van het voorzorgsbeginsel betekende een verschuiving van controle na schade (wettelijke aansprakelijkheid als curatief instrument) naar controle vóór schade (anticiperende maatregelen).”

Totdat de veiligheid voor mens en dier onomstotelijk in langetermijnstudies bewezen is, zouden ggo’s niet op de markt mogen verschijnen of op open velden worden geteeld.

Meer weten?

Heeft het eten van vlees van dieren die met genetisch gemodificeerd voedsel gevoerd zijn, gevolgen voor onze gezondheid? Hoe stabiel is het gemodificeerde DNA? Hebben testvelden met gg-gewassen gevolgen voor aangrenzende akkers? Wat is de invloed van de biotechnologie-industrie op de overheid?

Krijg de feiten. Koop en lees het boek 'Dodelijke leugens. Artsen en patiënten misleid' vandaag nog.

Klik nu op de knop hieronder en ga naar de webshop.

Wilt u allereerst een kennismaking? Vraag nu hier gratis het eerste hoofdstuk aan!   Copyright © 2015, 2022 C.F. van der Horst, Per Veritatem Vis. Alle Rechten voorbehouden.

U kunt helpen!

Vindt u dit bericht interessant? Wilt u meer van dit soort informatie? Steun ons door uw donatie!

ValutaBedrag